Concertreis Nyíregyháza
- Kinder- en jeugdkoor Kiliana
- 9 apr 2004
- 12 minuten om te lezen
Zaterdag 3 april
Hoe lang kan men zich op een reis verheugen? De week voor het vertrek was er anders eentje waardoor jezelf niet meer zou geloven dat je op reis vertrekt. Een reis brengt altijd de nodige spanning mee zeker als je meer dan 1500 km met een groep kinderen op tocht bent. Voor de eerste maal niet in gastgezinnen maar dag en nacht in elkaars aanwezigheid. De jongsten 9 en de oudsten 19.
Onmiddellijk na schooltijd proberen Erik en ik al de spullen in onze auto te proppen het lijkt wel of we gaan verhuizen. Hoeden, picknick, radio, djembe, … Alles moet mee op reis. De kinderen zijn allen stipt op tijd en kijken vol ongeduld uit naar … de bus. Jan en Benny zullen ons voeren. Nog even een (vals) afscheidsliedje en dan zoeken naar een plaatsje in de bus.
Zal deze bende ooit in staat zijn om op zondag een deftig concert te zingen? Als ze maar wat slapen in de bus.
De zon staat stralend boven de hemel als we tijdens de voormiddag aan de Hongaarse grens staan aan te schuiven, samen met ons wachten er nog vele anderen. Een korte repetitie is lekker gezellig in het zonnetje. Na dik 2 uren wachten mogen we dan toch het Hongaarse grondgebied binnen. Het avontuur ligt voor ons, al snel komt de realiteit wanneer we door de Hongaarse politie aangemaand worden om met de bus plaats te nemen op de pechstrook. Blijkbaar hebben we onze lichten niet aan op deze zonnige dag. Een eerste bekeuring dan maar. Nog voor wij allen terug in de bus zijn, zijn de Hongaarse ordehandhavers al ijverig op zoek naar een volgend slachtoffer.
Een eerste telefonisch contact met Daniel leidt ons naar een ontmoetingsplaats aan de rand van Nyíregyháza. Even slikken want de vorig jaar nog gezellig dik uitziende Nandor Toth heeft zowaar een gedaantewisseling ondergaan en is zo maar even 40 kg lichter geworden. Een zwaar hartinfarct heeft hem gedwongen een nieuwe levensstart te nemen. Ik neem plaats in zijn auto waarna de bus ons gedwee volgt. De jeugdherberg Tokucko is gelegen aan een prachtig meer waar talrijke vissers iets proberen aan de haak te krijgen. De volksverhuizing is begonnen. Als mieren verspreiden de kinderen zich naar hun kamers die allen vanop het balkon uitzicht geven op een gemeenschappelijke binnenruimte. Het is er bloedheet. De Hongaren zijn nog even niet gewoon aan het Vlaamse initiatief en vrezen dat hun papierwerk nooit in orde zal komen. Een heerlijke warme maaltijd wacht op ons en na een gezellige avondwandeling, is een bed, iets wat we een dagje misten, meer dan welkom.
Zondag 4 april
Met de zon over het meer worden we wakker, we gaan ons voorbereiden op een concert. De grootste verrassingen moeten nog komen namelijk de plaatselijke tv zal ons komen interviewen en filmen. Aan persbelangstelling geen gebrek.
Gelukkig kunnen we ons goed voorbereiden en besluiten we toch wel enkele uren te repeteren. Terwijl onze oudsten nog steeds oefenen ontdekken de jongsten de trampolines buiten. Er werd duchtig geturnd.
Terwijl de regen uit de lucht valt zoeken we zelf onze weg naar de evangelische school van Nyíregyháza. Onze zenuwen hebben ervoor gezorgd dat we bijna een halfuur te vroeg aankomen. Wachten dus. Het gebouw ademt de sfeer van lang vervlogen tijden. Voor dat we het goed beseffen staan we voor de camera’s van de plaatselijke tv. Het interview is in het Engels dat simultaan vertaald wordt door Daniel. Een geweldige tongtwister bezorgd me even een slappe lach. De vragen waren nochtans vrij diepgaand en niet om zomaar even uit je mouw te schudden. Of mijn waarheid wel correct was werd ook Lesley even ondervraagd waarna het concert kon starten. Voor het orkest was het wel een zeer bijzonder concert want voor het eerst sinds augustus stonden ze terug onder de leiding van Nandor Toth. De invloed van het muziekfestival is duidelijk merkbaar tijdens het concert. De jarenlange verbroedering met Vlaanderen zorgde ervoor dat het hoogtepunt van het concert de creatie van een stuk van Paul Steegmans werd. Het thema vriendschap liep als rode draad door het concert. Na de pauze was het de beurt aan het koor. De concentratie is er en ‘O opluchting’, ze zingen met overtuiging. Bij het aanvangen van een Hongaars lied gaat het publiek bijna uit de bol. Na afloop blijft het publiek klappen en dwingt men ons tot het zingen van 2 extra’s.
Nu hadden we ons voorzien op iets extra maar 2? Opnieuw in het Hongaars dan maar. De reactie was oorverdovend. Het publiek klapte ritmisch mee en maakte er zelfs fantasietjes op. Heel leuk.
Het koor heeft een knuffel verdiend en mag zich nu gaan uitleven op een verbroederingsavond.
Kosten nog moeite werden er gespaard. Een volledig buffet staat gereed als we de jeugdherberg binnenkomen. Een groepje jongeren leert ons Hongaarse volksdansen en vermaakt ons met o.a. een echte stoelendans. De kinderen zijn enthousiast. Ook talent van het koor drijft boven, Julie zingt een prachtig lied. Bij sommige meisjes gaan de hormonen een beetje spelen en wordt er duchtig gelonkt naar enkele mooie Hongaarse jongens. Als we rond middernacht een einde aan het feest maken, zijn velen teleurgesteld over het ‘vroege’ einde.
Maandag 5 april
De zon boven het meer is prachtig. De temperaturen binnen exotisch. Enkele meisjes zijn benieuwd welk dier hun elke morgen wekt (de zoo ligt achter de jeugdherberg). Voor Dimphy is het duidelijk, dit kan enkel de paarse kiwi zijn. Na een verkwikkend ontbijt (het ontbreken van slaap begint reeds duidelijke sporen na te laten) vertrekken we te voet naar de zoo.
De zoo van Nyíregyháza is de tweede grootste van Hongarije. Er wordt hard gewerkt. Bijna alle kooien worden er vernieuwd. Er zijn meer mensen aan het werk als er bezoekers zijn. De paarse kiwi blijkt een intelligente aap te zijn, die zijn territorium probeert af te bakenen.
Onze meisjes voelden zich duidelijk tot hem aangetrokken. Lore wilde een giraf zien. Haar wens ging in vervulling, zij kreeg zelfs nog een jong diertje te zien.
Bij de reptielen stal de leguaan de show toen iedereen eens over zijn huid mocht aaien. Na een korte kennismaking met de directeur gingen we op weg naar een middagmaal.
Dit bestond ditmaal uit een Hongaars gerecht namelijk een soort maaltijdsoep a la ‘Gentse waterzooi’ met een gigantisch stuk appeltaart als dessert. Moe van al het slenteren begonnen we aan een wandeling door Nyíregyháza.
Christoph vertelde vele zaken over de stad maar oor hadden de meesten er niet meer naar. De zon en een bankje lonkten en waren zeer welkom.
Picolli Archi is een orkest dat verbonden is met de plaatselijke muziekschool. Een bezoek hieraan kan natuurlijk niet ontbreken. De school is een vrij modern gebouw met vele mooie ruimtes. De directrice, de onder-directrice en Nandor leiden ons rond. In een klein rond zaaltje worden vele concerten gegeven. Het zaaltje beschikt tevens over het modernste opname materiaal. Een droom voor elke school.
In het gedeelte waar de strijkers studeren ontdekken we een mooi pantheon waarin talrijke bekende violisten in brons werden vereeuwigd, in de traphal menig fotokader waar je de herinneringen aan talrijke buitenlandse reizen kon bekijken.
De verschillende aandenken aan het festival van Neerpelt kregen een ere plaats.
De repetitieruimte van het orkest is voor ons een droom, ruim een aangenaam en staat in schril contrast met onze repetitiekeuken. Het geheel wordt opgefleurd door een kleurrijke muurschildering. De sfeer van Neerpelt is ook hier voelbaar. Nog eens kunnen we ervaren hoe ver de invloed van ons eigen festival rijkt als Nandor vertelt over hun eigen driejaarlijkse festival. Zelfs de manier van jureren is geijkt op het Neerpeltse model. De school had pas hun pianofestival achter de rug. De winnaars kregen een mooie bronzen medaille en wij …. ook. Al kan ik dan geen noot piano spelen, ik ben toch in het bezit van iets waar menig Hongaars pianist van droomt. Na een afscheidsliedje gaan we op weg naar het Bokrijk van Nyíregyháza.
De directeur leidt ons rond in enkele huisjes en in een echt schoollokaal. In het klaslokaal wringt iedereen zich in een bankje. Enkelen zijn er als de kippen bij om zover mogelijk achteraan te zitten. Ze krijgen lik op stuk als blijkt dat dit eigenlijk de plaatsen voor de dommeriken zijn.
Iedereen krijgt Hongaarse les. Het Hongaarse alfabet zorgt voor de nodige hilariteit. Gelukkig moeten wij maar 26 letters leren en geen 37 zoals de Hongaren. Onze magen beginnen langzaam te knorren en zeker na het ruiken van vers gebakken koekjes in een echte houtoven doet ons watertanden.
Al wekte de ‘portemonnee’ van de bakker bij menig kind meer belangstelling op dan zijn verse baksels. Men leidt ons naar een mooie schuur waar de tafels reeds vrolijk gedekt zijn en waar een volksdansgroepje oude volksliederen voor ons speelt. De koekjes hebben jammer genoeg niet het beoogde succes en blijven dus massaal liggen. Blijkbaar is de feestelijke kerstmaaltijd van de Hongaren niet aan Vlaamse kinderen besteed.
De dag sluiten we af met een bezoek aan het grootwarenhuis Tesco, een winkel die dag en nacht geopend is. Vlugger dan gepland is iedereen uitgekeken. Ons blijft vooral de verse vis bij die na vangst uit een aquarium vakkundig met een slag achter zijn oren voorbereid voor de pan werd. De zonnige dag eindigt met een fikse regenbui, ons bed wenkt.
Dinsdag 6 april
Sanne is jarig en haar kamergenoten hebben haar kamer versierd. De grootste verrassing is het ontbijt: een echte hotdog. De half slappe worstjes zorgen voor de nodige hilariteit bij de volwassenen. Al de overgebleven worstjes worden verzameld en als extraatje meegenomen voor de picknick. We vertrekken naar het Zemplen gebergte. Onze eerste halte is een tankstation waar we merken dat de benzine in Hongarije toch wel wat duurder is dan bij ons.
Na een flinke rit komen we aan in Sarospatak. We bezoeken er de rode toren van het kasteel. Het gebouw is mooi onderhouden en brengt de nodige spanning als plots in de kelder het licht uitvalt. Door nauwe gangetjes zoeken we onze weg naar de ridderzaal. De akoestiek is er prachtig en wordt goed uitgetest. Een beetje verder in het stadje vinden we een oud college waarin een prachtige bibliotheek gevestigd is. Met extra over slofjes bewonderen we dit mooie kunstwerk.
Stilaan worden we hongerig maar we moeten nog even wachten. Daniel leidt ons de bergen in langs hun buitenverblijf. We bewonderen de boomhut, een jongensdroom van ieder kind, van Nandor. Als schrijver kan hij zich uren in deze boom nestelen en werken. Ik kan het me echt wel voorstellen en zou stiekem ook wel eens op dit stoeltje willen plaatsnemen. Langs kleine kronkelige wegen rijden we naar het kasteel van Regec.
Inmiddels is het 13.00 uur voorbij en hebben we echt wel honger. Daniel leidt de bus naar het startpunt van de wandeling, plots blijkt de weg verdwenen en gapen voor ons vele putten. We houden halt en gaan met enkelen te voet op verkenning. Verder rijden heeft geen zin, keren is niet mogelijk dus moeten we achterwaarts de berg afrijden. De chauffeurs vinden het veiliger als iedereen in de bus blijft zitten, na een sterk staaltje rijkunst en ervaring komen we heelhuids terug beneden. De chauffeurs worden tot helden gekroond. Laat nu de worsten maar komen, picknick.
Van de wandeling wordt afgezien en we beslissen verder te rijden naar de volgende bestemming: Viscoly. Langs de weg zien we verschillende ooievaarsnesten die soms al bevolkt werden met een verliefd ooievaarskoppeltje. We houden halt aan een oud Luthers kerkje waar zich de oudst gedrukte Bijbel van Hongarije bevindt. Het kerkje heeft een lange geschiedenis getuige daarvan de mooie wandschilderingen en de prachtige preekstoel, die als overblijfselen aan een katholiek verleden getuigen. Vele kinderen horen voor het eerst over de reformatie en vele vragen komen dan ook los. Waarom hangt er nergens een beeldje van Christus aan het kruis? Als men geen afbeeldingen mag, waarom zijn er dan die muurschilderingen, …? We zien ‘de tafel van de Heer’ en horen dat we dit geen altaar mogen noemen.
De tijd komt en de bruiloft in Kanaan indachtig begeven we ons op weg naar een wijnboer. Onderweg komen we Nandor tegen met zijn auto en hij doet de bus halt houden. Hij vind het jammer dat we uitzicht vanop het kasteel van Regec gemist hebben en gebaard ons hem te volgen naar een mooie panorama. Een 15-tal km verder doet hij de bus halt houden en iedereen stapt uit. We volgen te voet de weg en plots overvalt mij een slappe lach als ik bedenk hoe de ganse bus wel zoals een hondje lijkt uitgelaten te worden. We maken talrijke kiekjes en vervolgen alsnog de weg naar Tokaj.
De wijnboer is een gezapig heer en zijn kelder is sfeervol ingericht. We krijgen als start reeds 2 wijnen te proeven terwijl de jongsten ondertussen allen naar het toilet gingen. De maaltijd die volgde was heerlijk: een soort goulash met pasta, volgens vele kinderen de lekkerste maaltijd sinds onze aankomst op Hongaarse bodem. De stemming werd als maar luchtiger. Het bezoek aan de onderaardse kelders (boven de grond een kerkhof) werd afgerond met enkele drinkliederen van zowel de waard als onze zangers. Geladen met vele liters wijn trokken we terug naar Tockucko. Het koor volgde in de bus terwijl ik een leuk gesprek met Nandor (in de auto) kon voeren tijdens de terugrit.
De volwassenen zetten na thuiskomst het wijnproeven nog even verder, en terwijl Jan (was chauffeur) zijn schade nog moest inhalen trachtte ik menig brandje te blussen.
Woensdag 7 april
De koffers waren reeds in de bus gepakt de avond voordien waardoor we vlot en stipt konden vertrekken. Om 12.00 uur werden we verwacht in Boedapest voor een bezoek aan het parlement.
We vinden als bij wonder dadelijk een parkeerplaats en aanschouwen dit prachtig gebouw. Bij terugkomst blijkt echter dat we een parkeermeter niet zagen waardoor we voor de tweede maal deze reis op zoek moeten naar een postkantoor om een boete te betalen.
Het museum van volkskunde doet dienst als plaspauze, terwijl enkelen geboeid naar een tentoonstelling van persfoto’s kijken. Een rondrit door de stad leidt ons (via vele trappen) naar de burcht en het vissersbastion. We bewonderen het prachtige uitzicht over de Donau en maken nog snel een groepsfoto.
De groep is verzadigd en snakt naar vrije tijd. Een ambacht marktje biedt de oplossing, er wordt gretig gekocht en een 2-tal uren later verzamelen we terug aan de Matthiaskerk.
Sommige meisjes maakten van hun vrije tijd gebruik om de toiletten in het Hilton hotel te verkennen en zich even in luxe te waden (blijkt achteraf dat mijn broer er regelmatig verblijft als hij naar Boedapest vliegt).
We zetten onze weg te voet verder naar een gezellig restaurantje Saint Jupat. Op het menu staan Schnitzel met gebakken aardappeltjes en groenten. Volle schotels rukken aan. Het restaurant heeft een reputatie hoog te houden namelijk dat de porties van zo’n omvang zijn dat je moeilijk alles op kan krijgen. Er blijft… niets meer over.
Dan nog een dessertje: pannenkoeken met kwark. Blijkbaar viel deze specialiteit minder in de smaak en moesten we alsnog het onderspit delven. Terwijl de chauffeurs op zoek gingen naar de bus konden wij onze laatste forinten opkopen in het winkelcentrum Mammoet.
De kinderen zijn allen zeer moe en hebben nog weinig boodschap aan het zien van Boedapest by night. Omwille van rij en rusttijden beslissen we dan ook om eerst naar de citadel te rijden vooraleer we naar het hotel gaan.
Een beetje vervelend voor onze bevriende dirigente Ilona Opawski die in het hotel reeds op ons wacht. Iedereen wordt een beetje gedwongen de bus te verlaten en van het uitzicht te genieten. Eens ze het lichtspel overschouwen blijven de O’s en de A’s niet uit.
Terug aan de bus wacht ons een nieuwe verrassing namelijk de bus wil niet meer starten. Gelukkig kunnen enkelen hem terug op gang duwen. De kamerverdeling in het hotel verloopt zeer vlot enkel de lift veroorzaakt een file.
Liesbeth offert zich op en gaat enkele kamers van Bob vandaan slapen en laat haar schat hiermee achter onder de begeleiding van 3 jonge dames.
Het naderend afscheid maakt me zenuwachtig en doet me reeds vroeg ontwaken.
Donderdag 8 april
Een uur vroeger dan gepland begin ik mijn wekronde, Liesbeth is wel een beetje onder de indruk van mijn ijverigheid maar besluit toch om nog een uurtje te knorren. Ik begin alvast koffers naar beneden te brengen.
Nandor is blij verrast als blijkt dat er geen enkel risico zal zijn dat zij hun trein naar Nyíregyháza zullen missen. Onder een stralende zon nemen we afscheid met het lied ‘Time to say farewell goodbye’. Een laatste zwaai aan het prachtige station van Boedapest en dan op weg naar Wenen. Later vernam ik het trieste nieuws dat Nandor tijdens de treinrit terwijl ze notabene ons lied naar het Hongaars probeerden te vertalen, het bericht van het overlijden van zijn moeder ontving.
De rit naar Wenen verliep vlot en ook het oponthoud aan de grens viel mee. Als voorbereiding bekeken we een echte Sissi-film die voor het jonge publiek niet echt meer gesmaakt werd.
Ons instinct leidde ons recht naar het centrum van Wenen en toonde ons een perfecte bus parking waar de bus 8 uren kon stilstaan. Een korte wandeling door het centrum bracht ons tot de Hofburg waar we het keizerlijk appartement en de zilverkamer konden bekijken.
Vele kinderen waren onder de indruk maar nog meer werd er uitgekeken naar een lekkere pizza.
Het culturele moest even wijken voor een basisbehoefte. Iedereen kreeg vrije tijd om te shoppen. De meesten hadden echter hun laatste euro’s reeds gespendeerd (vooral de kleinsten) en zagen op tegen dit namiddagje niets doen.
De suggestie om tussen alle straatmuzikanten te zingen viel dadelijk in goede aarde en bleek zeer leuk te zijn. In plaats van het geplande half uurtje zingen werden het twee en een half uur en werd er meer dan 30 euro verzameld.
Vooral de massale belangstelling deed de kleinsten van de groep een beetje groeien. Trots werd het verzamelde geld aan mij overhandigd als bijdrage voor de koorkas. Ons laatste avondmaaltijd werd genomen in een kelder en kon niet anders als uit een echte Wienerschnitzel bestaan. Het verzoek om allemaal kousen en schoenen uit te doen om de voeten te komen wassen werd door enkelen letterlijk opgevolgd.
Na een korte en gezellige avondwandeling met als doel hotel Sacher werd ons Weens avontuur afgesloten en nestelden we ons voor een nachtje bus.
Vrijdag 9 april
De nacht was mistig maar de rit verliep moeiteloos. Nog een laatste verrassing wachtte ons toen we (bijna thuis) voorbij gereden werden door een politiewagen die ons onder loeiende sirenes terug naar huis escorteerde.
Geen proces ditmaal maar een waardige afsluiter van een prachtige reis. Blijkbaar hadden we bijna de krant gehaald want niet lang na onze blijde intrede kreeg men op het politiekantoor telefoon van ‘Het Belang van Limburg’ met de vraag wat er gebeurd was met die bus van ‘t Lindel.
Als groep hebben we zeker veel van elkaar geleerd en zijn we klaar om samen verder te gaan.
Comments